Het is de plaatsingsprocedure waarbij de aanbestedende overheid de door haar gekozen ondernemers een offerte vraagt en met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht kan onderhandelen, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 2 (overheidsopdrachten in de klassieke sectoren) vallen. Een dergelijke procedure is volgens artikel 42, § 1, mogelijk in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden, waaronder de voorwaarde dat, “indien mogelijk”, “meerdere ondernemers” worden geraadpleegd. De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking is nog steeds een uitzonderingsprocedure. De limitatief in de wet bepaalde gevallen waarin er een beroep op mag worden gedaan, lijken dan ook strikt te moeten worden geïnterpreteerd. De aanbestedende overheid die zich op één van de gevallen opgesomd in artikel 42, § 1, van de wet overheidsopdrachten beroept, dient het bewijs te leveren van de toepasselijkheid van dat geval. Zij dient zich daarbij onder meer te houden aan de op haar rustende plicht tot formele motivering zoals die voortvloeit uit de rechtsbeschermingswet. Uit artikel 4, eerste lid, 1°, tweede lid, samengenomen met artikel 5, 2°, van de voormelde wet blijkt dat het uiterlijk de gunningsbeslissing is die de juridische en feitelijke motieven dient te bevatten die het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking rechtvaardigen of mogelijk maken.
Zie ook: Procedures – Onderhandelingsprocedures